Sinds enige jaren maak ik mijn eigen hamburgers door zelf vlees te malen in een gehaktmolen. Heel simpel en ook nog snel klaar. Het grote voordeel daarbij is ook dat ik vaak wat extra gehakt maal, zodat ik dit in andere gerechten kan gebruiken (of in kan vriezen).

Wanneer je op internet zoekt naar een goed basisrecept willen je de ingrediënten nog wel eens om de oren vliegen. Maar sinds ik het boek van Meathead heb gelezen, een fenomeen wanneer het op barbecueën aankomt, houd ik het liever simpel bij één bestanddeel: (rund)vlees.

Eigenlijk is het heel simpel, ik gebruik om gehakt te malen dat ik gebruik voor de hamburgers ‘eenvoudig’ vlees: sukade. Dat is niet duur en bevat genoeg vet om het gehakt ook nog lekker sappig te houden (je hebt echt wel vet nodig, ik heb een keer mager rundvlees gebruikt; de hamburgers waren gortdroog en eigenlijk niet te eten…).

Dus, wat doe ik: 1 kg sukade haal ik door de gehaktmolen, en daar druk ik nette burgers van (in zo’n simpele ‘burger press’). Je kunt nog wat kruiden toevoegen, maar houd het simpel: een beetje peper, een beetje uienpoeder, wellicht wat (gerookt) paprikapoeder. Maar heel belangrijk: geen zout aan het gehakt toevoegen! Uit (semi-)wetenschappelijke experimenten blijkt namelijk dat het vlees hierdoor van structuur verandert en daardoor minder lucht bevat. Hierdoor wordt de burger minder mals en sappig (omdat het vet niet in de holtes past). Voeg het zout pas toe, vlak voordat je gaat grillen (en doe dit kant voor kant). Ik gebruik altijd grof zeezout, dit zorgt ook nog voor een knapperige bite… Zelfs mijn kinderen smullen op deze manier van de burgers.

Author

Write A Comment

Rating recept




Exit mobile version